Wanneer is een taxateur in planschade- of nadeelcompensatiezaken eigenlijk deskundig te noemen?

Regelmatig speelt bij planschade- en nadeelcompensatiezaken de vraag of de opsteller van een taxatierapport kan worden aangemerkt als een deskundige in het taxeren van een onroerende zaak die door een planologische wijziging in waarde zou zijn verminderd. Wanneer mag uit worden gegaan van de deskundigheid van een taxateur? En wat maakt dat een taxateur wordt geacht te beschikken over de kennis, kunde en ervaring die nodig is om de onroerende zaak in een planschade- of nadeelcompensatiezaak te taxeren? Onlangs heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als hoogste algemene bestuursrechter in een uitspraak enkele handvatten gegeven voor de wijze waarop de deskundigheid van een taxateur kan worden nagegaan.

shutterstock-1043171578.jpg

Wettelijk kader 
Het bestuursorgaan is zowel bij planschade- als nadeelcompensatiezaken verplicht een adviseur aan te wijzen die een advies uitbrengt over de op de aanvraag om tegemoetkoming in planschade of nadeelcompensatie te nemen beslissing. Daarbij geldt een zogenoemde “vergewisplicht”. Deze vergewisplicht houdt in dat het bestuursorgaan zich zekerheid verschaft over de kwaliteiten van de aangewezen adviseur. Het gaat dan om zijn onpartijdigheid, onafhankelijkheid en deskundigheid.

Hoe ga je die deskundigheid nu na?
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overweegt dat een bestuursorgaan op voorhand uit mag gaan van de deskundigheid van een taxateur als die in de juiste hoedanigheid volwaardig lid is van een relevante beroepsorganisatie. Van een relevante beroepsorganisatie is dan sprake als het gaat om een organisatie met leden die beroepsmatig taxaties uitvoeren, ook in planschadezaken, voor het lidmaatschap eisen stelt aan opleiding en ervaring op het gebied van taxeren, vereist dat haar leden aantoonbaar hun taxatiekennis en -ervaring op peil houden en voorziet in tuchtrecht voor haar leden. Een taxateur is in de ‘juiste hoedanigheid’ lid, als uit het lidmaatschap volgt dat de taxateur beschikt over de kennis, kunde en ervaring die nodig is om de onroerende zaak te taxeren.

Deskundigheidsverklaring 
Natuurlijk kan het voorkomen dat een taxateur niet of niet ‘in de juiste hoedanigheid’ lid is van een relevante beroepsorganisatie maar wel beschikt over de kennis, kunde en ervaring die nodig is om onroerende zaken te taxeren. Daarnaast kan een taxateur wel ‘in de juiste hoedanigheid’ volwaardig lid zijn van een beroepsorganisatie, maar voldoet de organisatie niet aan alle voorwaarden om als relevant te worden aangemerkt. In dat geval kan het bestuursorgaan deze te benoemen taxateur verzoeken om een zogenoemde “deskundigheidsverklaring” over te leggen. In deze verklaring motiveert een taxateur, voor zover het zijn deskundigheid betreft, waarom hij objectief bezien en controleerbaar kan worden aangemerkt als deskundige voor het taxeren van een object. Dit kan hij doen door informatie te verschaffen over zijn eventuele lidmaatschappen van (relevante) beroepsorganisaties, in welke hoedanigheid hij daarvan lid is, zijn relevante opleiding, de door hem gevolgde permante educatie en zijn ervaring met het taxeren van onroerende zaken in planschade- en nadeelcompensatiezaken. De deskundigheidsverklaring bevat zodoende informatie op grond waarvan een bestuursorgaan zich kan vergewissen van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de taxateur.

Anders dan in beroepsprocedures nog weleens naar voren wordt gebracht, is het uitvoeren van taxaties in planschade- of nadeelcompensatiezaken dus niet slechts voorbehouden aan registertaxateurs die zijn ingeschreven bij het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs (NRVT).

Partijen mogen zich uitlaten over de te benoemen taxateur
De in de planschade- of nadeelcompensatiezaak betrokken partijen worden geïnformeerd over de voorgenomen benoeming van een taxateur. Daarbij wordt ook een eventueel afgegeven deskundigheidsverklaring aan partijen overlegd. Zodoende hebben partijen de mogelijkheid om zich voorafgaand aan het uitbrengen van een advies uit te laten over de deskundigheid van een aan te wijzen taxateur. Hierdoor kan in een vroegtijdig stadium van de procedure al duidelijkheid ontstaan over het antwoord op de vraag of, en zo ja, waarom het bestuursorgaan uit heeft kunnen gaan van de kwaliteiten van de aangewezen taxateur.

Vragen of opmerkingen? 
Heeft u een planschade- of nadeelcompensatiezaak en wilt u hier vrijblijvend over sparren? Neem dan gerust contact op met Richard van Oevelen

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten