Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen nog niet van de baan

Demissionair minister Plasterk voor Wonen is aan het bezien hoe hij het wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen alsnog door de Eerste Kamer kan krijgen. Dat schrijft hij in reactie op Kamervragen over de begroting voor Wonen voor het komende jaar.

shutterstock-351962042.jpg

Korte terugblik op het wetgevingsproces

Zoals wij al eerder hebben bericht nam de Tweede Kamer de wet, die het einde inluidt van het huidige gemeentelijk bouw en woningtoezicht, op 21 februari jl. met een ruime meerderheid aan. In de Eerste Kamer bleek op 4 juli jl. geen meerderheid van stemmen te bestaan. De Eerste Kamer heeft op verzoek van het kabinet besloten de formele stemmingen over het wetsvoorstel aan te houden. Het kabinet ging zich vervolgens beraden over het vervolgtraject.

Laatste reactie kabinet inzake het wetsvoorstel

Na enkele maanden radiostilte, heeft Plasterk vorige week in reactie op 141 Kamervragen (zie de beantwoording van vragen 90 en 116) het volgende geschreven over de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen:

“Met betrokken partijen wordt bezien met welke aanpassingen de steun voor het wetsvoorstel kan worden vergroot”

Of de wet daadwerkelijk door de Eerste Kamer zal komen, hangt af van het nieuwe kabinet. Plasterk geeft de moed in elk geval niet op en ziet verschillende oplossingsrichtingen:

“Mogelijke scenario’s zijn mede afhankelijk van de uitkomsten van de lopende gesprekken met betrokken partijen. Denkbaar is dat een aanpassing van het wetsvoorstel noodzakelijk is, maar evengoed is denkbaar dat op andere wijze aanpassingen mogelijk zijn.”

Plasterk benadrukt eens te meer dat in het wetsvoorstel geen sprake is van privatisering van het bouwtoezicht. “Het wetsvoorstel bevat evenals het huidige stelsel een balans van publieke en private elementen om de kwaliteit van het toezicht op de bouwkwaliteit te verbeteren.” Het toezicht valt immers in het private domein en de handhaving in het publieke domein: Kwaliteitsborger neemt waar en beoordeelt en het bevoegd gezag moet interveniëren indien nodig. Juist over het scheiden van deze taken bestaat veel discussie.

Onduidelijk vervolgtraject

De toekomst moet uitwijzen of het wetsvoorstel – al dan niet in een aangepaste vorm – alsnog door de Eerste Kamer zal komen. Het volgende kabinet zal zich hierover gaan buigen en over de uiteindelijke uitkomst is niets te zeggen. Eén ding is echter duidelijk: voorlopig is er nog steeds geen einde in zicht voor dit lange en moeizame wetgevingstraject.

Tot zover de update van de laatste stand van zaken rond dit veelbesproken wetsvoorstel. Van verdere ontwikkelingen houden wij u vanzelfsprekend op de hoogte.

Voor informatie over dit artikel kunt u contact opnemen met Onno Molders.

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten