Nationale regie op het gebied van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting terug van weggeweest: een overzicht

Nederland staat aan de vooravond van een grootschalige verbouwing. Zo  moeten onder meer voldoende duurzame en betaalbare woningen worden gerealiseerd,  moet de natuur de kans krijgen om zich te herstellen door de aanpak van onder  meer stikstofuitstoot, moet omgegaan worden met de gevolgen van  klimaatverandering en moet fors geïnvesteerd worden in de overschakeling naar  het gebruik van duurzame energie. Het kabinet herneemt dan ook de nationale  regie op de ruimtelijke ordening en de volkshuisvesting. Hoe ziet het kabinet  dit voor zich? Waar worden de plannen van het kabinet nu in geformuleerd? Hoe  ziet de organisatie en planning eruit? Wat zijn de mogelijkheden om mee te  praten over deze plannen? In dit blog gaan wij hierop in en geven een overzicht.  

shutterstock-667100452.jpg

Nationale regie op het gebied van ruimtelijke ordening

De wijze waarop het kabinet de nationale regie in de ruimtelijke ordening van Nederland voor zich ziet, is op 17 mei 2022 in een brief aan de Tweede Kamer duidelijk geworden: aan de hand van een ruimtelijke analyse worden 22 verschillende nationale programma’s opgesteld waarin nationaal ruimtelijk structurerende keuzes worden gemaakt door het kabinet. Deze nationale programma’s moeten (op termijn) leiden tot een aanscherping van de in september 2020 vastgestelde Nationale Omgevingsvisie en zijn kaderstellend voor alle decentrale overheden. Het gaat om de volgende nationale programma’s:

Nationale programma’s ten aanzien  van het bodem- en watersysteem

  1. Deltaprogramma (meest recentelijk vastgesteld september 2021)
  2. Nationaal Water Programma 2022-2027 (vastgesteld maart 2022)
  3. Programma Water en Bodem Sturend (inzet programma verwacht in oktober 2022)
  4. Programma Bodem en Ondergrond (vaststelling verwacht eind 2023)
  5. Programma Integraal Rivier Management (vaststelling verwacht eind 2023)


    Nationale programma’s ten aanzien van Perspectief voor  landbouw en natuur

  6. Programma Natuur / Agenda Natuurinclusief (vastgesteld juli 2020)
  7. Nationaal Programma Landelijk Gebied (vaststelling verwacht najaar 2023)

    Nationale programma’s voor Ordenende netwerken voor  energie en een (circulaire) economie

  8. Programma Circulaire Economie (lopend programma)
  9. Programma Werklocaties, ruimte voor economische activiteit (lopend programma)
  10. Nationaal Programma Infrastructuur Duurzame Industrie (lopend programma)
  11. Nationaal Programma Regionale Energiestrategieën (lopend programma, in juli 2023 wordt vaststelling nieuw programma verwacht)
  12. Beleidsbrief Zon (vastgesteld mei 2022)
  13. Beleidsbrief Datacenters (vastgesteld maart 2021)
  14. Programma Energiehoofdstructuur (vaststelling verwacht najaar 2023)
  15. Nationaal Plan Energiesysteem (vaststelling verwacht najaar 2023)
  16. Programma Noordzee, Partiële herziening en Verkenning Aanlanding Wind Op Zee (vaststelling verwacht eind 2023)


    Nationale programma’s voor Leefbare steden en regio’s

  17. Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) (lopend programma)
  18. Verkenning Versterken Verstedelijkingsopgave Zuid, Oost en Noord Nederland (lopend programma)
  19. Programma Werklocaties, Ruimte voor Economische Activiteit (lopend programma)
  20. Programma Gezonde en Groene Leefomgeving (lopend programma)
  21. Programma Erfgoeddeal (2019-2022) (vastgesteld voorjaar 2019)
  22. Programma Woningbouw (vastgesteld maart 2022)

De in de hierboven genoemde nationale programma’s geformuleerde opgaven en doelen moeten door de provincies ruimtelijk worden vertaald en gecombineerd met decentrale opgaven. Hoewel het aan de provincie wordt overgelaten of deze ‘ruimtelijke puzzel’ op het schaalniveau van de provincie of op het schaalniveau van regio’s daarbinnen wordt gelegd (bijvoorbeeld bij de Metropoolregio Rotterdam Den Haag of de Metropoolregio Amsterdam), gaat het kabinet ook per provincie en per gebied regie voeren op het leggen van de puzzel. De wijze waarop (i) per provincie en per gebied door het kabinet regie wordt gevoerd en (ii) de ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving gewaarborgd moet worden, is neergelegd in het programma NOVEX en het programma Mooi Nederland. Deze zijn begin juli 2022 door het kabinet gepresenteerd en worden ook meegenomen in de aanscherping van de Nationale Omgevingsvisie.

Regie per provincie en gebiedsgerichte regie
Het kabinet maakt in het programma NOVEX een onderscheid tussen regie per provincie en gebiedsgerichte regie.


De regie per provincie bestaat eruit dat elke provincie in oktober 2022 van het kabinet een ‘startpakket’ meekrijgt waarin per provincie de concrete doelen, ruimtelijke richtinggevende keuzes, afwegingsprincipes, beschikbare (juridische) instrumenten en beschikbare (financiële) middelen benoemd worden. Tussen oktober 2022 en juli 2023 leggen provincies met dit ‘startpakket’ de ruimtelijke puzzel en leggen de uitkomsten vast in het provinciaal gebiedsprogramma. Dit provinciaal gebiedsprogramma dient 1 juli 2023 gereed te zijn. Waar nodig maakt het Rijk naar aanleiding van deze provinciale gebiedsprogramma’s aanvullende nationale keuzes en komen het Rijk en de provincies uiterlijk in oktober 2023 tot een ‘ruimtelijk arrangement’ waarin wederkerige afspraken worden gemaakt over de uitvoering van de gebiedsprogramma’s.

Aanvullend hierop heeft het kabinet 16 NOVEX-gebieden aangewezen waarin het kabinet gebiedsgericht de regie gaat voeren. Het gaat hier om gebieden in Nederland waarbij op voorhand duidelijk is dat de nationale opgaven in het gebied dusdanig groot zijn dat een gebiedsgerichte ordening en prioritering van verschillende nationale opgaven noodzakelijk is. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de Rotterdamse haven, het Groene Hart, de Regio Schiphol en de Metropoolregio Amsterdam. Voor deze gebieden wil het kabinet gezamenlijk met de regio een ontwikkelperspectief, uitvoeringsagenda en uitvoeringsafspraken opstellen. Ook met betrekking tot deze NOVEX-gebieden geldt dat het Rijk waar nodig aanvullende nationale keuzes maakt.

Aanscherping van de Nationale Omgevingsvisie in 2024
Het kabinet verwacht op basis van de hierboven genoemde nationale programma’s in de zomer van 2023 een ontwerp van de aangescherpte Nationale Omgevingsvisie (samen met een planMER) gereed te hebben en deze aan een ieder ter inspraak voor te leggen. Aangezien op dat moment naar verwachting nog niet alle nationale programma’s gereed zullen zijn, zal nog afgewacht moeten worden in hoeverre deze planning haalbaar is. Het kabinet verwacht in ieder geval in 2024 de aangescherpte Nationale Omgevingsvisie definitief vast te kunnen stellen.

Nationale regie op het gebied van de volkshuisvesting
De wijze waarop het kabinet de nationale regie op het gebied van de volkshuisvesting voor zich ziet, is op 11 maart 2022 gepresenteerd met de Nationale Woon- en Bouwagenda. In deze Nationale Woon- en Bouwagenda schetst het kabinet de oorzaken van de woningcrisis, de doelstellingen en de programmatische aanpak voor de komende jaren. Het primaire doel van de Nationale Woon- en Bouwagenda is het bevorderen van de beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van het woningaanbod in Nederland. Onder de Nationale Woon- en Bouwagenda hangen zes verschillende programma’s:

  1. Programma Woningbouw (vastgesteld maart 2022)
  2. Programma Een thuis voor iedereen (vastgesteld mei 2022)
  3. Programma Betaalbaar wonen (vastgesteld mei 2022)
  4. Programma Versnelling verduurzaming gebouwde omgeving (vastgesteld juni 2022)
  5. Nationaal programma Leefbaarheid en veiligheid (vastgesteld juli 2022)
  6. Programma Wonen en zorg voor ouderen (verwacht najaar 2022)

In deze programma’s worden verschillende doelen en maatregelen benoemd die onder meer door woningcorporaties moeten worden gehaald en uitgevoerd. Zo zullen onder meer tot en met 2030 900.000 woningen gerealiseerd moeten worden, waarvan ten minste twee derde van de nieuwe huur- en koopwoningen betaalbaar zouden moeten zijn voor mensen met een lager- en middeninkomen. Op basis van de programma’s heeft de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening eind juni 2022 de Nationale prestatieafspraken gemaakt met Aedes, Woonbond en de VNG. Hierin zijn bindende afspraken gemaakt over onder meer de verdubbeling van de bouwproductie van sociale huurwoningen door woningcorporaties (tot 250.000 nieuwe sociale huurwoningen en 50.000 middenhuurwoningen tot en met 2030), vergaande verduurzaming van meer dan 675.000 woningen, het verbeteren van woningen met een onderhoudsachterstand en verantwoorde huurprijsstijgingen (of -verlagingen voor lagere inkomens). Deze Nationale prestatieafspraken worden vertaald naar provinciaal niveau in onder meer de door de provincies op te stellen regionale woondeals (tussen oktober en december 2022) en moeten uiteindelijk gerealiseerd worden via de lokale prestatieafspraken die gemeenten op basis van de Woningwet met woningcorporaties sluiten.

Wat zijn mijn mogelijkheden om mee te praten over (de vormgeving van)  deze plannen? 
De doelen en opgaven die in de hierboven genoemde (nationale) programma’s zowel ten aanzien van de ruimtelijke ordening als ten aanzien van de volkshuisvesting door het kabinet zijn of worden geformuleerd, worden (vooralsnog) over het algemeen niet ter inzage gelegd voordat deze vastgesteld worden. Uiteraard zijn hier indirect wel mogelijkheden voor: denk bijvoorbeeld aan het gesprek dat het kabinet naar aanleiding van de protesten met de boeren aan gaat over het voorgenomen stikstofbeleid (zoals dat wordt opgenomen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied) of het versturen van een brief aan het kabinet waarin overwegingen en standpunten worden meegegeven.

De nationaal geformuleerde doelen en opgaven zullen zoals gezegd uiteindelijk op provinciaal, regionaal én gemeentelijk niveau moeten worden vertaald in meer lokale doelen en plannen. Juist bij het formuleren van deze lokale doelen en plannen zullen deze decentrale overheden met zoveel mogelijk betrokken partijen het overleg willen voeren (en willen zoeken naar draagvlak). Hier liggen dus mogelijkheden om betrokken te zijn bij de vormgeving van de doelen en plannen. Daarnaast zal ook meer formeel een provinciaal gebiedsprogramma ter inzage moeten worden gelegd, waarop door iedereen een zienswijze kan worden gegeven. 

Vragen of opmerkingen? 
Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit bericht? Wilt u bijvoorbeeld bespreken wat uw mogelijkheden zijn om betrokken te zijn bij het formuleren van de lokale doelen en plannen op het gebied van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting in uw regio? Neem dan gerust contact op met Pieter Kok, Hans van Doesburg, Rogier Goeman of Richard van Oevelen.

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten