In een eerder nieuwsbericht op onze website van 30 juni 2016 hebben wij u geïnformeerd over de wijziging van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek, beter bekend als de ‘‘Rotterdamwet’’. Deze wet is per 1 januari 2017 in werking getreden.
Wijziging Rotterdamwet in werking getreden
Screening op grond van een verklaring omtrent gedrag en op basis van politiegegevens wordt door middel van de wet van een duidelijke juridische basis voorzien. Screening van een kandidaat huurder met een van deze twee middelen kan niet zonder meer plaatsvinden. De minister van Wonen en Rijksdienst moet op verzoek van de gemeenteraad een complex, straat of gebied aanwijzen en de gemeente moet procedures rondom de screening vastleggen in haar huisvestingsverordening. De screening vindt plaats voorafgaand aan het verstrekken van de huisvestingsvergunning. Wordt vanwege de uitkomst van de screening geen huisvestingsvergunning verleend, dan kan de kandidaat-huurder daartegen in bezwaar en beroep komen.
Aangezien verschillende juridische voorzieningen moeten worden getroffen voordat screening op grond van de Rotterdamwet kan plaatsvinden, heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een Handreiking Selectieve woningtoewijzing gepubliceerd ter toelichting op de werking van de verschillende instrumenten en de voorbereiding van het gebruik daarvan.
Hebt u, mede naar aanleiding van de Handreiking, vragen over de toepassing van de Rotterdamwet, neemt u dan gerust contact met ons op.