Op 7 juli jl. heeft de Minister van Economische Zaken een brief aan de Tweede Kamer gezonden, waarin de knelpunten die zich in de praktijk voordoen ten aanzien van de Warmtewet in kaart worden gebracht en waarin de Minister aangeeft op welke wijze hij deze wil oplossen. De door de Minister gesignaleerde knelpunten en aangedragen oplossingen zijn de volgende:
Toepasselijkheid op situaties van blokverwarming
In de praktijk blijkt er bij blokverwarmingssystemen onduidelijkheid te kunnen bestaan over wie als leverancier in de zin van de Warmtewet dient te worden aangemerkt. Probleem daarbij is dat in de praktijk blijkt dat de definities die in de Warmtewet zijn opgenomen voor verbruiker en leverancier niet eenduidig worden geïnterpreteerd.
De Minister gaat kritisch kijken naar de huidige definities in de Warmtewet en waar nodig zullen de definities worden aangescherpt om beter recht te doen aan het uitgangspunt dat de partij die leverancier was voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Warmtewet dat in principe ook blijft.
Toepasselijkheid op VvE’s met een gebouw gebonden installatie
De Minister is voornemens VvE’s met gebouw gebonden installaties uit te zonderen van de verplichtingen voor een leverancier die volgen uit de Warmtewet.
De Minister benadrukt wel dat het hierbij niet gaat om het uitzonderen van woningcorporaties en van verhuurders van commercieel vastgoed met gebouw gebonden installaties; zij blijven onder de Warmtewet vallen.
Correctiefactoren
Volgens marktpartijen en de ACM is een direct gevolg van de Warmtewet dat het gebruik van correctiefactoren op grond van de Warmtewet niet meer mogelijk is. Correctiefactoren worden gebruikt in drie soorten situaties: liggingscorrecties, correctiefactoren voor leidingverliezen bij transportleidingen en correctiefactoren voor leidingverliezen bij collectieve ketelinstallaties in het ketelhuis.
Het blijft volgens de Minister gewenst om correctiefactoren toe te staan voor ligging van de woning en voor leidingverliezen bij transportleidingen en hij gaat deze mogelijkheid alsnog in de wet opnemen.
Kosten meting warmteverbruik bij warmtekostenverdelers
In de situatie waarin de kosten van het warmteverbruik worden verdeeld via warmtekostenverdelers voorziet de Warmtewet niet in een (meet)tarief dat rechtstreeks in rekening kan worden gebracht bij de verbruiker.
De Minister gaat in de wet opnemen dat kosten voor warmtekostenverdelers doorberekend kunnen worden aan de verbruikers. Deze kosten dienen redelijk te zijn en niet meer te bedragen dan NMDA.
Gigajoulemeter bij centrale installaties
De Warmtewet bevat geen verplichting tot het plaatsen van een Gigajoule warmtemeter bij gebouwen met een centrale installatie waarin gas wordt omgezet in warmte.
De Minister is voornemens om een dergelijke meter wel verplicht te gaan stellen.
Warmtewisselaar en Afleverset volgens de Warmtewet
Gebleken is dat de begrippen ‘warmtewisselaar’ (opgenomen in de Warmtewet) en ‘afleverset’ (opgenomen in het Warmtebesluit) in de praktijk leiden tot onduidelijkheid.
Het is volgens de Minister redelijk dat een leverancier alle kosten in rekening kan brengen die gemaakt worden voor het ter beschikking stellen van een technisch apparaat dat voorziet in de levering van warmte aan de verbruiker. De definitie in de Warmtewet zal zodanig worden verduidelijkt dat de voor warmtelevering noodzakelijke onderdelen niet meer buiten het huidige begrip warmtewisselaar vallen.
De Minister merkt nog op dat er in de praktijk ook centrale afleversets voorkomen die dezelfde functies vervullen als individuele afleversets, maar dan voor een groep verbruikers. De Minister beschouwt dit soort systemen als collectieve warmtesystemen, waarvoor de gebruikskosten aan de verbruikers in rekening kunnen worden gebracht, die redelijk dienen te zijn.
Storingsregistratie
Om te kunnen bepalen wanneer een compensatie bij storing moet worden verstrekt, dient de leverancier vast te (kunnen) stellen wat een storing is, wanneer een storing heeft plaatsgevonden, hoe lang deze heeft geduurd en welke verbruikers hierdoor getroffen zijn.
De Minister heeft de ACM verzocht een beleidsregel op te stellen die hierover verduidelijking geeft.
Vervolg: wijzigingsvoorstel Warmtewet en uitleg Warmtewet door ACM in tussentijd
De Minister verwacht in het voorjaar van 2015 een voorstel tot wijziging van de Warmtewet bij de Tweede Kamer te kunnen indienen, waarin deze punten zijn verwerkt.
Vooruitlopend op deze wetswijziging heeft de Minister de ACM, die belast is met taken ter uitvoering van en het toezicht op de naleving van de wet, gevraagd om bij de handhaving van de Warmtewet rekening te houden met de in deze brief aangekondigde voorgenomen wijzigingen.
De brief, met als bijlage een “Update parameters Warmteregeling” vindt u hier.
Voor vragen over de Warmtewet kunt u contact opnemen met Marijn Huijbers.