Nieuwe algemene Aedes voorwaarden warmtelevering: zoek de verschillen

Onlangs heeft Aedes in overleg met de Woonbond en de Consumentenbond nieuwe voorwaarden gepubliceerd voor warmtelevering met daarbij een leveringsovereenkomst en een tarievenblad

(http://www.aedes.nl/content/artikelen/bouwen-en-energie/warmtewet/algemene-voorwaarden-warmtelevering-beschikbaar.xml).

Deze zijn gekoppeld aan de oprichting van de Geschillencommissie (https://www.degeschillencommissie.nl/over-ons/commissies/warmtelevering/).

Wat verandert er door deze nieuwe algemene voorwaarden en waarmee moet u rekening houden?

Warmtelevering en Geschillencommissie

Aedes wil woningcorporaties voorstellen in het voorjaar van 2016 zich (verplicht) aan te sluiten bij de Geschillencommissie warmtelevering. Deze Geschillencommissie (in oprichting) adviseert over geschillen tussen corporatie en haar huurders.

Indien een leverancier zich wil aansluiten bij de Geschillencommissie Warmtelevering, dient hij verplicht de nu opgestelde algemene voorwaarden te hanteren. Afwijking hiervan ten nadele van de afnemer is verboden.

Praktisch zal dat zodoende betekenen dat alle Aedes-leden verplicht zullen worden deze nieuwe algemene voorwaarden te gaan hanteren en zich te onderwerpen aan de (bindende) adviezen van deze Geschillencommissie.

Compensatieregeling

Eén van de heetste hangijzers uit de Warmtewet is de compensatieregeling. Deze regeling komt erop neer dat huurders bij een storing in de warmtelevering die langer dan vier uur duurt aanspraak kunnen maken op een vergoeding. Deze vergoeding kan al snel kan oplopen tot vele duizenden euro’s per wooncomplex.

In de voorgaande versie van de algemene voorwaarden was omschreven onder welke omstandigheden huurders aanspraak konden maken op warmtelevering (bijvoorbeeld niet bij weersomstandigheden waarbij uitval van warmtelevering niet tot ongemak leidt). In de huidige versie van de algemene voorwaarden is dat allemaal verdwenen en wordt bepaald dat de levering continu plaatsvindt tenzij anders is afgesproken. Is er een storing in de levering dan geldt de compensatieregeling. Dit is van belang, omdat niet alle installaties continu warmte leveren. Zo geldt voor bepaalde installaties dat deze alleen worden ingeschakeld tijdens het stookseizoen. Ook kan het zo zijn dat warmte installaties uit kostenoverwegingen worden uitgeschakeld wanneer de temperatuur buiten voldoende hoog is. Daarnaast zijn er installaties die alleen functioneren wanneer een derde (bijvoorbeeld de stadsverwarmingsleverancier) de warmte daadwerkelijk levert.

Voor corporaties betekent dit dat bij toepassing van de nieuwe voorwaarden in de leveringsovereenkomst of in het tarievenblad nauwkeurig moet worden omgeschreven in welke situaties door de huurder aanspraak kan worden gemaakt op warmtelevering. Omdat dit een zogenaamd ‘kernbeding’ is, kan op dat punt in de overeenkomst worden afgeweken van de algemene voorwaarden. Gebeurt dit niet, dan lopen corporaties het risico dat een discussie met de huurders ontstaat over de vraag of wel of geen aanspraak kan worden gemaakt op een compensatie.

De invulling van de compensatieregeling is bij de nieuwe voorwaarden opgenomen in het tarievenblad. Hiermee lijkt de mogelijkheid te worden geboden om zelf een invulling te blijven geven aan de compensatieregeling, zonder dat hiermee (ten nadele van de afnemer) van de algemene voorwaarden wordt afgeweken (in welk geval aansluiting bij de Geschillencommissie Warmtelevering niet meer mogelijk is). Echter, uit de toelichting wordt niet duidelijk of dit inderdaad de achter liggende gedachte is.

Waar in het vorige model van de algemene voorwaarden nog voorwaarden aan de uitkering van compensatie waren verbonden (zoals het doen van een schriftelijk verzoek), zijn deze in de compensatieregeling zoals die in het model tarievenblad is opgenomen niet meer terug te vinden en is er gekozen voor een regeling waarbij bij iedere storing die langer duurt dan 4 uur recht geeft op een vergoeding.

De compensatieregeling lijkt daarmee zelfs nog ruimer dan in de wet is opgenomen, omdat er enkel geen recht op compensatie is indien de storing vooraf is aangekondigd en “noodzakelijk is voor onderhoud”. Deze laatste eis wordt niet door wet gesteld aan een vooraf aangekondigde onderbreking van de levering.

Aansprakelijkheid en verzekering

In de nieuwe voorwaarden wordt de aansprakelijkheid voor warmteleveranciers flink verhoogd (artikel 20). Zo is de maximale vergoeding bij zaaks- en personenschade verhoogd van € 910.000,= naar € 2.000.000,= per gebeurtenis. De totale vergoeding van (voorkoming van) zaakschade per Verbruiker is verhoogd van € 1.400,= naar € 3.500,=. De drempelwaarde van € 55,= voor zaakschade is geheel verwijderd. Corporaties dienen na te gaan in hoeverre een aansprakelijkheidsverzekering is afgestemd op deze bedragen.

Warmtelevering en Energie B.V.

Sommige corporaties hebben hun warmteleveringsactiviteiten ondergebracht in een aparte Energie B.V. Volgens de nieuwe algemene voorwaarden, geldt de corporatie echter ook dan als de centrale aanspreekbare partij. Voor corporaties die hun warmteleveringsactiviteiten bewust op afstand hebben geplaatst, omdat dit geen kernactiviteit is of omdat zij de Energie B.V. willen afstoten, is dit ongewenst.

Daarnaast is het zeer de vraag wanneer er een aparte leveringsovereenkomst is tussen de huurder en de Energie B.V., in hoeverre de woningcorporatie dan tot nakoming kan worden aangesproken. De grondslag voor die aansprakelijkheid, de leveringsovereenkomst, ontbreekt dan immers tussen de huurder en de corporatie.

Aanpassing tarieven

In artikel 22 van de algemene voorwaarden is bepaald dat de leverancier de tarieven alleen mag wijzigen als er sprake is van “gestegen kosten”. Dit lijkt te betekenen dat tarieven niet meer automatisch gekoppeld kunnen worden aan de tarieven die jaarlijks door de ACM worden vastgesteld, maar een stijging van het tarief door iedere woningcorporatie afzonderlijk zal dienen te worden onderbouwd, op basis van voor haar gestegen kosten. De algemene voorwaarden geven de huurder tevens het recht de leveringsovereenkomst op te zeggen, tenzij dit in de huurovereenkomst uitdrukkelijk is uitgesloten. Corporaties lopen hier risico’s wanneer dit niet goed in de leveringsovereenkomst is geregeld.

Overdracht rechten en verplichtingen

In het oude model van de leveringsovereenkomst was de bepaling opgenomen dat de gebruiker reeds op voorhand instemt met de overdracht van rechten en verplichtingen uit de leveringsovereenkomst. Deze bepaling is echter niet meer terug te vinden in de leveringsovereenkomst, maar enkel in de algemene voorwaarden; een dergelijke bepaling staat echter op de zogenaamde zwarte lijst voor algemene voorwaarden staat (art. 6:236 sub e BW).

Conclusie

De wijzigingen in de algemene voorwaarden brengen voor woningcorporaties die warmte leveren de noodzaak met zich mee de leveringsovereenkomsten en de tariefbladen te herzien. Worden deze niet op tijd aangepast aan de nieuwe leveringsvoorwaarden dan lopen woningcorporaties financiële risico’s die met name voor wat betreft de compensatieverplichting zeer groot kunnen zijn.

Wilt u meer weten dan kunt u contact opnemen met Marijn Huijbers of Marco de Boer.


Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten